Zie, het is alles nieuw geworden.

— 2 Korinthe 5: 17b

De schepping is een wonder, maar de herschepping eveneens. Paulus schrijft dat indien iemand in Christus is, hij een nieuw schepsel is. Dan zijn we wedergeboren door de kracht van de Heilige Geest. Het oude is voorbijgegaan: het oude leven dat gericht is op de zonde. Het is alles nieuw geworden.

In Christus zijn – een geliefde uitdrukking van Paulus – duidt zoiets aan als: geborgen zijn, veilig zijn. We kunnen ook zeggen: in Hem ingelijfd zijn, in Hem ingeplant zijn. Zoals de rank, die van zichzelf geen vruchten draagt, alleen als zij in de wijnstok is ingeplant.

In Christus zijn, dat is ook behoren tot Zijn lichaam. Dat wil zeggen: ons door Hem laten regeren. Want het hoofd regeert het lichaam. Wat we met onze handen doen, is eerst in ons hoofd opgekomen.

Maar heeft iemand die in Christus is dan niets meer van zijn oude zondaarsbestaan in zich? Was dat maar waar! Die oude mens raken we in dit leven niet kwijt. Wat moet er een strijd gevoerd worden tegen de zonde die nog in ons is overgebleven. Kohlbrugge spreekt terecht over de onheilige heilige.

Vaak lijkt het meer oud dan nieuw in het leven van Gods kinderen. Het lijkt steeds ouder, steeds verlorener, steeds hopelozer te worden. En toch: het oude is voorbijgegaan; zie, het is alles nieuw geworden. Want het nieuwe leven ligt niet vast in jezelf, maar alleen verankerd in Gods trouw. Al deze dingen zijn uit God, van het begin tot het einde. Want Die op de troon zat, zeide: ‘Zie, Ik maak alle dingen nieuw.’ Die op de troon zit, is Dezelfde als Die alle macht heeft in hemel en op aarde. Verwacht het alleen van Hem!

 

Lezen: Openbaring 21: 1-8