Want wij weten dat, zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben.
— 2 Korinthe 5:
Als er iets is wat onze tijd kenmerkt, dan is dat wel onzekerheid. Waar kun je nog op bouwen en vertrouwen, waar kun je nog van op aan? Hoeveel zekerheden zijn er in de loop van de tijd al niet verdwenen? En zo worden de mensen onrustig gemaakt en opgejaagd. Er is geen zekerheid meer en daarom is er ook geen rust. Paulus heeft wel zekerheid. Dat hij hier zo stellig zegt: ‘wij weten’, is geloofstaal. Paulus kan dit zo stellig zeggen omdat God Zelf het hem te kennen heeft gegeven. Hij heeft het Zelf uit Zijn mond gehoord. En daar steunt het geloof onvoorwaardelijk op. Dat is de reden dat Paulus ons zegt dat, wanneer hij sterven gaat, hij altijd bij de Heere mag zijn.
Paulus vergelijkt ons lichaam met een tabernakel. Dat is een tent die opgezet wordt en na enige tijd weer wordt afgebroken. Als tentenmaker weet de apostel maar al te goed dat een tent niet stevig is. Een stormwind kan in een ogenblik een tent omblazen. Zo is het ook met ons leven. Het gras verdort en de bloem valt af. Het leven is een damp en de dood wenkt ieder uur. De tent is een beeld van de vergankelijkheid en de kortstondigheid van het leven.
Velen hebben hun tentpinnen diep de grond ingeslagen alsof ze hier op aarde altijd blijven wonen. Maar ons aardse huis zal vroeg of laat worden afgebroken. Als je jong bent, sta je daar niet zo vaak bij stil. Maar wie wat ouder geworden is, ervaart hoe de lichaamskrachten minder worden en het einde nadert.
Weten we dan met Paulus een gebouw van God te hebben? Dat wordt geleerd in de weg van geloof en bekering op de leerschool van de Heilige Geest. Als we dit nog niet weten, is er haast geboden de God van dit gebouw te zoeken. Over enkele uren kan onze tent afgebroken zijn.
Lezen: 2 Korinthe 5: 1-10
Door Ds. J. Joppe