…en kenden hen dat zij met Jezus geweest waren

— Handelingen 4: 13 - 21

De apostelen wijzen en prijzen hun Koning aan, de beloofde Messias en opgestane Zaligmaker. Hun houding en woorden maken indruk. De leden van de grote Raad zijn verwonderd. Zij herkennen hen dat zij met Jezus zijn geweest. Het Sanhedrin staat voor een dilemma: aan de ene kant geldt er een spreekverbod wat betreft Jezus van Nazareth. De andere kant is: De apostelen vragen: zullen wij u dan meer gehoorzaam zijn dan onze God? Wij kunnen en mogen niet nalaten te preken in Jezus’ Naam. Dat is onze opdracht. Dat is onze roeping in deze wereld.

Uiteindelijk laat de Joodse raad Gods knechten vrij. Ondanks de dreigementen verkondigen de apostelen het heil in Jezus Christus, Die door God gegeven is. Hij heeft voor verloren zondaren de weg geopend tot de troon van Zijn genade in het zenden van Zijn Zoon naar deze wereld. Wat een wonder. Welk een ontferming. Wat een genade.

Men herkent deze eenvoudige Galilese vissers, dat ze met Jezus waren… De omgang met Jezus heeft dus gevolgen. Dat blijft niet verborgen. In wandel, handel, woorden, werken en daden wordt dat zichtbaar. Hoe ligt dat bij jou? Wij hebben misschien de mond vol van Jezus. Maar is het een zaak van ons hart? Bedenk toch dat de ontmoeting met Jezus opgemerkt wordt in onze omgeving. Wat ziet uw naaste van ons?