Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE.
— Psalm 130:1
Weet jij hoe diep de Filipijnentrog is, de diepste plaats op aarde? Ik weet het van horen zeggen / wikipedia: meer dan tienduizend meter. Maar ik weet het niet uit eigen waarneming of ervaring, want zo diep ben ik nog nooit geweest. En jij ook niet.
Dieper dan de Filipijnentrog, en vooral ánders dan de Filippijnentrog, is de diepte van de God-verlatenheid.
Het woord ‘diepte’ staat in Psalm 130 in het meervoud, om duidelijk te maken dat het héél diep is. Wat voor diepten heb jij al meegemaakt? Nee, daar hoef je niet over uit te wijden, als je maar doet wat de dichter erbij schrijft: “… roep ik tot U, Heere!” Want jezelf er uit halen, lukt niet. Het hoeft ook niet. God wil dat je tot Hem roept. De Heere liet deze Psalm in de Bijbel plaatsen, om ons te laten weten dat we in onze diepten tot Hem mogen roepen, en dat Hij naar ons luistert.
Is het bij jou de diepte van financiële en sociale ellende, van emotionele beschadiging, van psychische nood – en vooral geestelijke nood? God wil dat je (hoe dan ook) tot Hem roept. Niet ongelovig, maar gelovig.
Door Ds. W. Pieters