…want wij weten niet, wat wij bidden zullen, gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen.
— Romeinen 8:26b
Het gebed is onlosmakelijk met het christenleven verbonden. Want juist hier openbaart zich het verborgen leven met de Heere. In het gebed openbaart zich de gunst dat jij als een zondig mens tot God mag naderen. Door het gebed kan grote kracht worden ervaren. En op het gebed wil God grote wonderen doen. De tekst uit Romeinen 8 verwoordt de onmogelijkheid aan onze kant tot het gebed. Het wapen, waarin gunst, kracht en zegen, ervaren mag worden, kunnen wij in eigen kracht niet hanteren. Daar zijn verschillende oorzaken voor: je blindheid, je boosheid, je oppervlakkigheid, je traagheid, je wereldsgezindheid, je ongeloof, je ingezonkenheid. Juist in de eerlijke erkenning van deze oorzaken gaat het wonder open: God stoot je niet weg, maar Hij heeft Zijn Heilige Geest ook uitgestort om je te leren bidden. Hij leert je al je gebreken in het bidden, opdat jij die gaat belijden en gaat beseffen hoe nodig je de Heilige Geest hebt. Hij maakt je je geestelijke behoeften bekend, opdat je van God gaat vragen wat je nodig hebt om voor Hem te leven. Hij leert je zien op de almacht van God om je te geven, alles wat jou ontbreekt. Hij leert je pleiten op de verdienste van Christus en Zijn voorbede. Hij leert je pleiten op het Woord van God door jou Gods beloften te tonen. En tenslotte zijn het niet jouw woorden, maar het zuchten van de Geest dat in het hemelhof verstaan wordt.
Door Ds. M.W. Muilwijk