22 Juni 2021
HEERSEN?
HEERSEN?

1 HET geschiedde nu, toen Samuël oud geworden was, zo stelde hij zijn zonen tot rechters over Israël.
2 De naam van zijn eerstgeboren zoon nu was Joël en de naam van zijn tweede was Abía; zij waren rechters te Berséba.
3 Doch zijn zonen wandelden niet in zijn wegen, maar zij neigden zich tot ade gierigheid, en namen geschenken en bogen het recht. a Ex. 18:21. Deut. 16:19.
4 Toen vergaderden zich alle oudsten van Israël, en zij kwamen tot Samuël te Rama,
5 En zij zeiden tot hem: Zie, gij zijt oud geworden en uw zonen wandelen niet in uw wegen; bzo zet nu een koning over ons om ons te richten, gelijk al de vol-ken hebben. b Hos. 13:10. Hand. 13:21.
6 Maar cdit woord was kwaad in de ogen van Samuël, als zij zeiden: Geef ons een koning om ons te richten. En Samuël bad den HEERE aan. c 1 Sam. 12:17.
7 Doch de HEERE zeide tot Samuël: Hoor naar de stem des volks in alles wat zij tot u zeggen zullen; want zij hebben u niet verworpen, maar zij hebben Mij verworpen, dat Ik geen Koning over hen zal zijn.
8 Naar al de werken die zij gedaan hebben, van dien dag af toen Ik hen uit Egypte geleid heb, tot op dezen dag toe, en hebben Mij verlaten en andere goden gediend, alzo doen zij u ook.

— 1 Samuël 8: 1 - 8

Wij lezen het wel meer in de geschiedenis van Israël, dat men een koning begeert. Als de grote richter Samuël oud geworden is, en de zonen van Samuël, Joël en Abía, niets blijken te willen weten van het tere en godvruchtige leven van hun vader, dan roepen de oudsten van Israël om een koning, en dan niet bij de HEERE vandaan… Neen, Samuël moet iemand koning gaan maken. Daaruit blijkt, dat het volk ten diepste niet Samuël verwerpt, maar de HEERE, dat Hij geen Koning over hen zal zijn.

Daarin zien wij nu ons aller beeld. Adam heeft verklaard dat hij het beter wist. En dat nu is juist de leugen waarvoor wij door de leugenaar van den beginne gekozen hebben. Wij wilden als God zijn. En ten diepste willen wij niets uit handen geven. Wij betrouwen de leiding, de regering niet aan de HEERE toe. Wij kunnen wel spreken over het dienen van Hem, maar willen Zijn onderdaan niet zijn. Wij willen liever heersen, ja, jij en ik ook. Gideon had dat anders leren kennen. Het volk zegt dat Gideon verlost heeft. Maar hij weet dat de Heere de Overwinnaar is. En zalig is hij, die in dit leven Jacobs God ter hulpe heeft!

 

Ds. R.P. van Rooijen

Door Ds. R.P. van Rooijen

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl