Wat mens onder u, hebbende honderd schapen; en een van die verliezende, verlaat niet de negen en negentig in de woestijn, en gaat naar het verlorene, totdat hij het vindt?
En thuis komende, roept hij de vrienden en de buren samen, zeggende tot hen: “Wees blijde met mij; want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was.”
Lukas 15:4,6

— Lukas 15:1-10

De Goede Herder zoekt jou. Jij bent een verloren adamskind (tenminste, als je Jezus nog niet gelovig te voet bent gevallen en Hem om genade hebt gesmeekt). Dit is zo ontzettend erg, dat er in geestelijk opzicht maar één toekomst is. Een toekomst die te vergelijken is met een schaapje dat in de bossen van de Veluwe verdwaalt – waar tientallen wolven ronddwalen… Hoe is jouw toekomst? Weet je dat? Twee dingen zijn belangrijk: Eén, eerlijk de feiten onder ogen zien; en Twee, erkennen dat je het verdiend hebt om door ‘wolven’ verscheurd te worden; om door satan naar de plaats van pijniging meegesleurd te worden.

En nu het grote wonder: de Goede Herder zoekt jou. Je hoort bij Zijn kudde, net als die tollenaar – over wie Jezus het heeft in de twee gelijkenissen, die je net las. En zo ook in de derde gelijkenis van dit hoofdstuk, De verloren zoon.

Jij hoort bij de kudde van Jezus, de Herder. De negenennegentig andere schapen, daar gaat het Jezus nu even niet om, maar dat ene schaap. Onbedacht heeft het zijn Herder uit het oog verloren. Nu is het zoekgeraakt. O, hoe komt het weerloze schaap ooit weer terecht? Alleen als het gezocht en gevonden wordt.

Wéét jij het, dit schaap te zijn? Wéét jij het, de weg kwijt te zijn? Wéét jij het echt, dat een ontzettend zwarte en ellendig-nare toekomst jou wacht – als je niet door deze Herder wordt thuisgebracht?

Wat nu te doen? BLAAT, als verdwaald en verloren schaap, om je herder. ROEP, als verdoemeniswaardig en weggelopen adamskind, om je Herder! Hij hoort naar je stem en zal je zéker Thuisbrengen. Maar niet wachten tot morgen, hoor!