Maar ga veel meer heen tot de verloren schapen van het huis Israëls.
Mattheüs 10:6
— Mattheüs 9:35–10:6
Jezus zegt tegen Zijn leerlingen, dat ze niet naar Samaritanen en niet naar heidenen, maar naar de verloren schapen van Israël moeten gaan; en dat ze hun moeten en ook mogen verkondigen dat het Koninkrijk van God gekomen is. Dus dat Jezus de Christus, de Koning Zelf, gekomen is. Waarom noemt Jezus Zijn volksgenoten verloren?
Niet veel Israëlieten of Joden zouden over zichzelf hebben gezegd, dat zij verloren waren. Natuurlijk, er waren er wel een paar (dachten ze), maar dat waren extra slechte mensen, zoals tollenaren en hoeren. Maar als je gewoon je godsdienstplichten nakwam en iedereen het zijne gaf…, nou, dan hoorde je gewoon bij de schapen van Israël, maar was je niet verloren. Zo dacht men.
En jij? Hoe denk jij over jezelf? Ben jij verloren of ben je behouden? Ik zal het iets anders formuleren: Besef jij dat je verloren bent, of ben je door de Heere Jezus gered? Dat laatste gun ik je van harte, maar dat eerste moet je niet zomaar naast je neerleggen. En helemaal is het niet verstandig om zomaar te veronderstéllen dat je niet verloren gaat, maar behouden zult worden. Je bent verloren, of je het weet of niet, of je het wilt weten of niet. Zo spreekt de Bijbel over jou en mij. En God vergist Zich niet en ook overdrijft Hij niet. Dit is de waarheid: verloren ben je. Wat betekent dit? Dat je in het grootste gevaar bent en dat je je moet haasten om gered te worden. Dat je die Koning nodig hebt, over Wie de discipelen mochten spreken. En ik mag je op deze maandagmorgen er ook weer op wijzen, dat Hij je kan redden van het verderf. En als je het Hem vraagt, doet Hij het zeker!
Door Ds. W. Pieters