‘En onderwijst ons, dat wij, de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden verzakende, …’.
— Titus 2:12
De zaligmakende van God onderwijst ons. Je zou ‘onderwijst’ ook kunnen vertalen met ‘voedt op’. Verbonden aan de Heere ontvangen we onderwijs. En worden we opgevoed.
Een kind heeft onderwijs nodig. Een kind moet worden opgevoed op weg naar de volwassenheid. Van een kind wordt gehoorzaamheid gevraagd. Grenzen moeten worden geleerd. Bij opvoeden kun je denken aan ‘als een kind behandelen’. In vers 12 gaat het over twee dingen: afleren en aanleren.
Afleren. We lezen ‘dat wij, de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden verzakende’. Wat betekent dat? Kortgezegd betekent dit: afleren. Verzaken betekent verloochenen. Nee zeggen tegen datgene waar je van nature op gericht bent: kortom, de zonde.
Maar als je aan de Heere verbonden bent, ben je daar toch niet meer opgericht? Een goede vraag! En in zekere zin is dat ook waar. Denk aan de HC zondag 33 – over de oude mens en de nieuwe mens. Geestelijke strijd. Het oude verdraagt het nieuwe niet. Het nieuwe wil het oude niet. Herken je het? Het nieuwe is uit God en wil voor God leven. Het oude wil dat pertinent niet en speelt zo vaak op!
Dat oude moet de dood in. Goddeloosheid en wereldse begeerlijkheden staat er in onze tekst. Daar moeten we nee tegen zeggen. Nee zeggen, tegen dat wat zo aansluit bij ons verdorven hart. Nee zeggen tegen een god-loos leven. Nee zeggen tegen die zonde waar mijn oude hart naar verlangt. Verbonden aan Hem, leert Hij je nee te zeggen en te leven voor Hem.
Door Ds. J.A. Mol