Ook nu zal mijn hoofd verhoogd worden boven mijn vijanden, die rondom mij zijn, en ik zal in Zijn tent offeranden des geklanks offeren; ik zal zingen, ja, psalmzingen den HEERE. Hoor, HEERE! mijn stem, als ik roep; en wees mij genadig, en antwoord mij.

— Psalm 27:6,7

David is ervan overtuigd dat hij met Gods hulp zijn vijanden zal overwinnen. Vijanden die van alle kanten hem aanvallen. Op dit moment heeft Israël weer van alle kanten vijanden. Israël blijft Gods volk, hoever ze ook van Hem zijn afgedwaald. Daarmee is niet alles goed wat er gebeurt. Ook in de tijd van het oude Israël in de tijd van David, gebeurden er dingen die tegen de wet van de Heere ingingen. En dat zal altijd zo blijven.

In de tijd van Davids regering was de tempel er nog niet en werden de offers in de Tabernakel gebracht. Dat bedoelt hij als hij zegt dat hij in ‘Zijn tent offeranden des geklanks zal offeren‘. Dat houdt in dat hij er zal offeren en zingen. Lofzangen tot Gods eer. Hij gaat er Psalmen zingen om Gods Naam te loven en te prijzen. Straks in de hemelse heerlijkheid zal er ook gezongen worden. Dan helemaal volmaakt. Gods kinderen leren dat hier op de aarde al. Zing jij straks ook mee in het grote koor dat niemand kan tellen? ‘Ik zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheid‘

 

Maar David zingt niet alleen, hij bidt ook. Hij roept het uit bij Gods tent: ‘Hoor, Heere! mijn stem als ik roep.‘  Dat hoeft hij toch niet te zeggen? De Heere hoort toch altijd? Zeker waar. Maar dat ervaar je niet altijd. Zeker niet alsof het lijkt dat er geen antwoord uit de hemel komt. Het motto van deze tijd is: ’Ik wil het en ik wil het nú‘. Maar zo gaat het bij de Heere niet. Hij geeft antwoord op Zijn tijd. Hij regeert en Hij spreekt tegen je door de woorden in de Bijbel.

Lees daarom Zijn woorden!