Zo ik niet had geloofd, dat ik het goede des HEEREN zou zien in het land der levenden, ik ware vergaan. Wacht op den HEERE, zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken, ja, wacht op den HEERE.
— Psalm 27:13,14
In het laatste stukje van deze Psalm gaat David getuigen van zijn geloof. Als hij zijn geloof niet had gehad, was hij vergaan. En dat is geen geloof in zichzelf. Nee, zijn rotsvast geloof is gebaseerd op de Rotssteen Christus. Hij is de fundering onder het geloof. Ik sprak ooit iemand aan met de vraag of hij in God geloofde. Hij antwoorde dat hij alleen in zichzelf geloofde. Dat is maar een wankel geloof. Je moet dan alles zelf oplossen. Ook op het moment als je voor de rechterstoel van God staat.
Hoe komt David toch aan dat geloof? Dat heeft hij van de Heere gekregen. En jij? Geloof jij in God en je zaligheid door Jezus Christus? Nee? Dan moet je dus maar wachten tot de Heere dat aan je gaat geven. David zegt toch Wacht op de HEERE! Je zegt: ‘Ik kan er toch niets aan doen dat ik onbekeerd ben? Het is maar afwachten of God me wil bekeren. En daar wacht ik dus op.’
Dan zeg je dus dat het Gods schuld is dat je onbekeerd bent? Klopt dat wel?
In de Bijbel lezen we steeds: ‘Bekeert u!’ nergens lees ik ‘Laat u bekeren. Wacht maar af of God het wel wil.’ Want als God het wil gebeurt het echt wel.
Dit staat dus niet in de Bijbel. Maar waar komt die gedachte dan vandaan? Dat is duidelijk, het komt van de duivel. Die wil dat je rustig afwacht. Maar de Heere wil dat je zoekt, bidt en klopt. Er wordt wel gezegd dat Jezus de nooit beschamende Rotssteen is. En zo is het ook. Hij zal nooit beschamen als je met je verlorenheid, je zonden, je enorme schuld tegenover God, bij Hem komt. Hij zal je redden!
Door Bram van der Horst