Als ik Uw hemel aanzie, het werk Uwer vingeren, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en de zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt?
— Psalm 8: 4 en 5
Het is in onze tijd niet zo makkelijk om de sterrenhemel te zien. Vroeger liep ik als kind wel in het buitengebied en in de bossen en als er dan geen maan was, dan zag je een sterrenhemel met honderdduizenden sterren! Prachtig! Misschien dat je het nu ook wel eens ziet in de vakantietijd als er geen kunstlicht de mogelijkheid om de sterren te zien ontneemt. Trouwens als de maan wel schijnt: wat is dat hemellichaam ook prachtig! Het weerkaatst het zonlicht en verlicht onze nachten.
Misschien heb je wel eens iets gelezen over het heelal en de sterrenstelsels; het zal je zijn gaan duizelen. Dan mag je wel zingen: “Hoe groot zijt Gij!” Hoe groot is de macht van de Schepper van dat alles! Hoe heerlijk is Zijn majesteit!
Kan jij begrijpen dat Hij zich dan met jou inlaat? Dat Hij, de grote God, Zich met een sterveling bemoeit, die Hem verlaten heeft en zelfs wel tegen Hem strijdt! God is evenwel zo groot, dat Hij Zich met de kleinste dingen kan inlaten. Het gaat ons kleine begrip ver te boven!
En dat gedenken gaat zelfs zover, dat Hij die mens ook bezoekt. Dat doet Hij in Christus, Die Zijn heerlijkheid bij de Vader verliet, om zondaren, ook jou te roepen tot bekering. Heb je Zijn opzoekende zondaarsliefde al leren kennen?
Door Ds. C.J. Meeuse