En hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen, en hebt hem met eer en heerlijkheid gekroond?
— Psalm 8 : 6
De mens heeft een lichaam en een ziel. Van de engelen weten we dat ze geesten zijn. Ze konden wel een lichaam aannemen, zo lezen we in het Oude Testament, maar het is hun niet eigen. Ze zijn daarom minder aan een plaats gebonden dan wij. En de engelen die niet gevallen zijn, zijn volmaakt goed gebleven.
Wij mensen hebben evenwel ook een heel bijzondere plaats van God gekregen bij de schepping. Ik las bij een oudvader eens dat hij de mens ‘de opperzangmeester” noemde “van het scheppingskoor van het heelal’. In ieder geval is de mens met eer en heerlijkheid gekroond en is zijn plaats ver boven die van de dieren. Hij is naar Gods beeld geschapen en dat betekent dat in zijn ziel een afdruk is van heerlijke eigenschappen die God volmaakt heeft. Denk aan de kennis, de gerechtigheid en de heiligheid.
We zijn het door de zondeval kwijtgeraakt. Maar nu heeft God de Vader Zijn Zoon gezonden om het herstel mogelijk te maken en zondaren ook te herstellen. Daarvoor is Hij in Zijn vernedering ook minder geworden dan de engelen (Hebr. 2:9). Maar Hij droeg het beeld Gods en verdiende het dat het ons, arme zondaren weer gegeven kan worden. Verlang jij er al naar om zo hersteld te worden?
Door Ds. C.J. Meeuse