Pilatus zeide tot hen: Wat zal ik dan doen met Jezus, Die genaamd wordt Christus? Zij zeiden allen tot hem: Laat Hem gekruisigd worden.

— Mattheus 27:22

De vraag die Pilatus stelt, is een vraag van eeuwigheidsbelang. Pilatus zelf wist dat niet, hij wilde alleen maar zijn vege lijf redden en geen onrust onder de inwoners van Jeruzalem veroorzaken. Het Sanhedrin mengt zich onder het publiek en zet de massa op om voor Barabbas te kiezen. Het lijkt wonderlijk dat het Sanhedrin het publiek zo snel aan hun kant krijgt. De menigte zijn de inwoners van Jeruzalem en omgeving, die alleen het recht bezitten om vrijlating van een gevangene te verzoeken. Pilatus is tenslotte hun gouverneur, toch?

De inwoners van Jeruzalem hebben altijd al weinig opgehad met die Rabbi uit Nazareth. Ja, Hij kan dan wel Christus heten, maar wat voor koninklijks is er nu aan Zijn optreden geweest? Niets, nul komma nul, helemaal geen glamour en glitter. Hij komt op een ezel de stad binnen rijden. Is dat nou een koning? Als je dat ziet dan verberg je toch je aangezicht voor Hem? Nee, dan is die Barabbas toch beter. Weliswaar een moordenaar, maar iemand met hart voor de zaak. Iemand die bereid is om alles in te zetten voor de uitschakeling van de Romeinse bezetter. De inwoners van Jeruzalem zijn snel om en kiezen voor Barabbas.

De keuze van Jeruzalem is dus voor revolutie en tegen het Evangelie. Voor de steke man, die de bezetter bestrijdt. Tegen die Vredesvorst, die door Zijn vergaand dienen de macht van de zonde terugdringt. De vraag van Pilatus komt tot ons. Wat zal ik dan doen met Jezus, Die genaamd wordt Christus?

Van nature staan we allemaal bij de inwoners van Jeruzalem. Willen we ook niet dat Christus Koning over ons is. Kiezen we onze eigen leidsman, Barabbas en tegen Christus. Maar dan moeten we goed in gedachten houden wat de Heere bij Zijn gevangenneming tegen Petrus zegt: Want allen, die het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan. Het Hemelperspectief gaat schitteren als we deze Kruiskoning te voet vallen. Als we Christus erkennen zoals Gods Woord ons Hem tekent, deze Koning die voor Zijn onderdanen de weg van de diepste vernedering gaat.

Wie Hem need'rig valt te voet,

Zal van Hem zijn wegen leren.