En Pilatus zeide tot henlieden: Gij hebt een wacht; gaat heen, verzekert het, gelijk gij het verstaat.
— Mattheus 27:65
Was het graf van Christus die zondagmorgen werkelijk leeg? Je hoort vaak over misstanden en zelfs van bedrog. Fabeltjes, sprookjes, uit oude tijden. Niets is minder waar. Het graf van Christus was werkelijk leeg, de feiten liegen er niet om. Als je volhardt in de redenering dat het lege graf bedrog is, dan ben je ver heen en bedrieg je jezelf voor de eeuwigheid. Niet leuk om te horen maar zo liggen de zaken wel. Want God heeft op allerlei manier laten weten dat Christus werkelijk is opgestaan. Getuigen uit een onverwachte hoek komen zelfs op de proppen. De Joodse leiders van die dagen worden door God voor dit getuigenis gebruikt.
Wat wil het geval? Het geval wil dat de dag na de kruisiging, nota bene op sabbat, zijn er leden van de Joodse Raad naar Pilatus gegaan. Zij wilden van hem toestemming krijgen om het graf van de Heere Jezus te verzegelen. Normaliter werd de gekruisigde direct van zijn kruis verwijderd, verbrand of in de grond gestopt. Zij wilden dit ook met Christus doen, maar al gauw bleek dat zij te laat waren. Zij hadden vernomen dat Christus in een graf van een zekere Jozef van Arimathea was gelegd. Ze waren bang dat de volgelingen van deze Jezus, de voorspelling zouden proberen waar te maken. Die voorspelling luidde: Dat de Zoon des mensen veel moest lijden, en verworpen worden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood worden, en na drie dagen wederom opstaan. (Markus 8:31) Als dat het geval zou zijn dan waren de Joodse leiders nog verder van huis dan voor het proces. Pilatus is hun ter wille en geeft hun wacht en laat het graf verzegelen. Nu was het onmogelijk voor Christus’ volgelingen om lijkroof te plegen.
Maar hoe hebben de discipelen, de vrouwen en anderen later rondgebazuind dat de Heere werkelijk is opgestaan. We hebben het gezien Zijn lege graf. We hebben die zware afgewentelde steen gezien, waar de engel op zat. We zijn getuigen van de verbroken zegels van de grafsteen. Juist door de activiteiten van de Joodse leiders kon het dus geen kwestie van bedrog zijn. Zo heeft God de felste tegenstanders gebruikt om de waarheid van de opstanding uit de doden van Zijn lieve Zoon te bekrachtigen. Wie nu nog van fabeltjes spreekt, van bedrog, heeft de feiten tegen zich.
De Heere is waarlijk opgestaan
Want alles, alles, is voldaan!
Door Kand. W.J. Korving