En der menigte van degenen die geloofden, was één hart en één ziel; en niemand zeide dat iets van hetgeen hij had, zijn eigen was, maar alle dingen waren hun gemeen.
— Hand. 4:32-37
Denk aan een lichaam. Het heeft veel lichaamsdelen: oren, ogen, handen, voeten en nog meer. Alle lichaamsdelen zijn aan het hoofd verbonden en hebben elkaar nodig. Ieder deel heeft zijn eigen functie. Samen vormen zij het lichaam. Zo is het ook met de Kerk van Jezus Christus: Hij is het Hoofd, Zijn kinderen zijn het lichaam. Er is onder hen een groot verschil in gaven. Er is er niet één gelijk, maar ze vullen elkaar aan. Ze hebben elkaar nodig. Ze dienen elkaar met de gaven die de Heere ze geeft. Zo is het onder de 5000 gelovigen in Jeruzalem en omgeving. Zij vormen een hechte gemeenschap. De Heilige Geest verbindt hen aan de Heere Jezus en aan elkaar. Ze zoeken het goede voor elkaar. Allemaal worden zij door Zijn Geest geleid. Ze kennen hetzelfde geloof, dezelfde strijd, hetzelfde verdriet. Allen hebben hetzelfde verlangen: Hem liefhebben en uit Hem leven. Let op Barnabas! Hij verkoopt een stuk van zijn land. De opbrengt brengt hij bij de apostelen. Dat geld wordt gebruikt om arme mensen te helpen. Andere rijke mensen volgen zijn voorbeeld. Zo zorgen de mensen goed voor elkaar. Daarover geeft de Heere Zijn zegen. Want waar liefde woont, gebiedt de HEERE Zijn zegen en het leven tot in eeuwigheid.
Door Ds. D.W. Tuinier