En Hij zeide tot hen: Wat is het dat gij Mij gezocht hebt? Wist gij niet dat ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders?
— Lukas 2: 49
Dit is het eerste Woord uit de mond van Jezus Zelf dat in de Bijbel staat. Het moet dus wel van grote betekenis zijn. Hij sprak het als twaalfjarige. Hij sprak het in de tempel. Dat was het huis van Zijn Vader, maar tegelijk was het ook het hol van de leeuw. Want de leraars in wiens midden Hij verkeerde zouden later blijken Zijn grootste vijanden te zijn.
Zijn moeder sprak tot Hem: ‘Kind, waarom hebt Gij ons zo gedaan? Zie Uw vader en ik hebben U met angst gezocht.’ Jezus wijst haar zachtmoedig maar toch duidelijk terecht. Hij doet het door erop te wijzen wie Zijn werkelijke Vader was. Want Jozef was Zijn vader niet. Dat was God in de hemel. Ook wees Hij erop dat er geen reden had moeten zijn om verslagen of angstig te zijn. Ze hadden eerder blij moeten zijn dat Hij bezig was in de dingen waarvoor Hij op aarde gekomen was.
Jezus sprak dit als twaalfjarige. Het is de enige preek geweest die Hij heeft gedaan in dertig jaar. Het was de enige keer in dertig jaar dat Hij Zich openbaarde als de Godmens. Duizenden mensen zullen Hem in al die dertig jaar als Kind en Mens gekend, gezien en gehoord hebben, maar ze kenden Hem niet als hun God en Zaligmaker.
Hoe vaak heb jij het Woord gehoord? Ook dit Woord van en over deze Twaalfjarige? De geschiedenis is vast niet nieuw voor je. En ben je nog steeds dezelfde? Ken je Hem nog steeds niet? Heeft dit Kind dan geen waarde voor je? Zoek de Heere terwijl Hij nabij is. Buiten Jezus is geen leven maar een eeuwig zielsverdriet.
Door L. van der Tang