En Judas Iskáriot, die Hem ook verraden heeft
— Markus 3: 19
Hij was een van de twaalf mannen die door Christus Zelf was aangesteld. Om ‘met Hem te zijn’. Hij was uitgezonden om te preken. Had macht gekregen om zieken te genezen en duivels uit te werpen. Hij was niet een van de minste discipelen. Hij ‘droeg de beurs’.
Maar hij verried zijn Meester! Vermoedelijk besloot hij ertoe toen hem definitief duidelijk werd dat Christus geen aards koninkrijk zou gaan vestigen. De duivel is in hem gevaren. Hij verried Jezus met een kus. Hij heeft berouw gekregen, maar geen berouw tot bekering. Hij sloeg de hand aan zichzelf.
Zover kan het het dus met een christen komen. Ook met jou en mij. Er kan een keuze gevallen zijn in ons leven om de Heere te dienen. We kunnen nauwe omgang hebben met Gods kinderen en knechten. We kunnen veel bidden. We kunnen kennelijke dingen meemaken. Spreken van bijzondere gebedsverhoringen. Weten van preken die ons diep raakten. Van teksten die met kracht voor onze aandacht kwamen. Van deelname aan het Heilig Avondmaal.
En toch kunnen we een Judas zijn! Maar was Judas dan in niets te onderscheiden van een ware apostel? Toch wel. Er was een verborgen zonde in zijn leven die hij aan de hand hield. Hij was een dief. Een zonde die we niet doden is een veeg teken. Onderzoek jezelf daarom nauw. En vraag je vooral af of het je werkelijk om Christus Zelf te doen is.
Door L. van der Tang