Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs

— Genesis 3:1

Een van mijn leraren zei altijd: ‘Vragen staat vrij en domme vragen bestaan niet.’ Hij had gelijk en hij nam al onze vragen serieus. En toch staat hierboven: foute vragen. Die zijn dus blijkbaar niet vrij en nog veel erger dan dom. Inderdaad, die zijn gewoon heel verkeerd. Wie bepaalt dat? Dat bepaalt de Heere God. Dat bepaalt de richtlijn van Zijn Woord. Foute vragen komen voort uit een foute geest, uit een fout hart, uit een verduisterd verstand.

 

De eerste foute vraag in de geschiedenis van de wereld komt uit de bek van een slang. Die vraag zet alles van God op z’n kop. Ongekend kwaadaardig. Nota bene in de wonderschone hof van Eden. Nog maar pas zeer goed door God geschapen. En dan zo’n foute, God-onterende vraag. Nota bene tegen de dochter van God. Kind van Zijn liefde en koningin over de aarde. Vrouw van Adam met wie ze werkelijk alles deelde. En dan zo’n foute, mens-vermoordende vraag.

 

‘Is het ook, dat God gezegd heeft…’ Daar gaat het gelijk al de fout in. Dat heeft namelijk ‘de HEERE God’ gezegd. Die Naam HEERE (Jahweh) wordt expres weggelaten. Daarmee wordt Zijn liefdevolle aanwezigheid en trouwe zorg regelrecht genegeerd en ontkent. En dan ook nog dit: ‘... niet eten van allen bomen dezes hofs?’ Je zou zomaar kunnen denken dat dit klopt, want inderdaad net niet van alle bomen, van eentje niet. En toch klopt het helemaal niet, want het is Gods positieve aanwijzing puur negatief omkeren. De HEERE God had juist gezegd: ‘Van allen bomen dezes hofs zult gij vrijelijk eten!’ (Gen.2:16). Dus alles bij elkaar een heel gemene, listige, goddeloze, foute vraag. Deze kwam regelrecht uit het donkere brein van satan.   

 

Als je nog eens wat over God te vragen hebt, check dan of het wel tot Zijn eer is. Voor je het weet lijkt het op de foute vraag uit Genesis 3:1.

‘Vraag naar de HEER’ en Zijne sterkte’ (Ps.105:3, berijmd).