En zij zeide tot haar: Al wat gij tot mij zegt, zal ik doen.

— Ruth 3:5‬

Lezen: Ruth 3:1-6



In hoofdstuk 2 is Naomi veranderd van een bittere, passieve vrouw in een gelovige, actieve vrouw. Doordat Ruth op de akker van de losser van de familie blijkt terechtgekomen, is ze wakker geschud. Nu denkt ze verder. Ze is teruggekeerd naar het beloofde land, de plaats waar God Zijn Messias beloofd heeft. Ieder kreeg een stukje land dat in de familie blijft waardoor je erbij bent als Hij komt, jij of je nakomelingen. Maar beide heeft Naomi niet meer. Hoe moet dat nu?

 

Ze bedenkt in geloof een plan met het oog op de komst van de Christus. Als de losser niet alleen het stuk land terugkoopt, maar óók met Ruth zou willen trouwen, zodat er nageslacht zal zijn? Zo is Naomi hier niet een koppelaarster, maar een gelovige vrouw die verlangt naar verlossing, naar Gods toekomst, naar dé Losser Die bij God vandaan komt. En wie zo zoekt, vindt. Dat voelt Ruth aan. Ze wil doen wat Naomi zegt. Dat is bijzonder. Want ze gehoorzaamt niet omdat ze verliefd is op Boaz (hij is waarschijnlijk al een oudere man), of graag rijk wil trouwen (al is Boaz echt rijk), of omdat het makkelijk is (juist niet, ze zou voor prostituee versleten kunnen worden), maar ze luistert omdat ze in gelovig vertrouwen in de wegen van de Heere wil gaan.

 

Ze heeft iets begrepen van de noodzaak van land en nageslacht voor Naomi's familie vanwege de Messias waar Gods volk zo naar verlangt. Daarom gaat ze. Als de gelovige Boaz de losser is, zal hij misschien met haar willen trouwen. Om hem dat te vragen, moet ze subtiel te werk gaan. Mooi opgemaakt, prachtig gekleed en heerlijk geurend gaat ze op pad. Op de weg van Gods wet. In gelovig vertrouwen. Als voorbeeld voor ons.