Toen zeide Naomi: Zit stil, mijn dochter, totdat gij weet, hoe de zaak zal vallen; want die man zal niet rusten, tenzij dat hij heden deze zaak voleind hebbe.
— Ruth 3:18
Lezen: Ruth 3:14-18
Ruth mag bij Boaz blijven tot de morgen. Voordat ze weggaat, krijgt ze zes maten gerst in haar omslagdoek, een ongelooflijke hoeveelheid (20 liter). Waarom? Boaz heeft nog niets definitiefs kunnen toezeggen. Ja, hij heeft zijn belofte gegeven. Hij heeft het gezworen. Maar ondertussen heeft Ruth als ze thuiskomt nog niets: er is nog geen losser die het land heeft vrijgekocht en er is ook nog niemand die met haar zal gaan trouwen. Er is nog niets zeker.
Als Boaz zes maten gerst geeft, is dat de onderstreping van zijn beloftewoord, haast als een sacrament: een teken en zegel. Het is een voorproefje. Blijkbaar weet Boaz dat Ruth én Naomi dat nodig hebben. Een verzekering van zijn hartelijke liefde en trouw. Zo werkt de grote Zoon van Boaz trouwens ook als Hij het Avondmaal instelt met de tekens en zegels van Zijn beloften. Om Gods kinderen zekerheid te geven: Zijn hartelijke liefde en trouw, 'Ik voor u'. Naomi wéét dat als Ruth zo thuiskomt. Ze heeft zekerheid door die zes maten gerst. Naomi kent de taal van het getal: zes is de opmaat voor zeven. En zeven is het getal van de volheid. Daarom weet Naomi: die zevende kómt. Vast en zeker. Hij gaat er vandaag voor zorgen.
'Door wat je vandaag ontving, Ruth, mag je blijde hoop hebben voor de toekomst.' Dat geldt vandaag ook. We mogen uitrusten op grond van het volbrachte werk van Jezus Christus dat zondag aan zondag verkondigd wordt. Wie op Hem vertrouwt, heeft alle reden om hoop te hebben. Anders dan bij Boaz op dit punt in de geschiedenis van Ruth weten wij dat Jezus Christus alles al hééft volbracht. Het is niet meer onzeker. Daarom is er des te meer reden om al je hoop en vertrouwen alleen op Hem te stellen. Reken maar dat de toekomst dan goed is.
Door Ds. P.W.J. van der Toorn