Als nu Boaz gegeten en gedronken had, en zijn hart vrolijk was, zo kwam hij om neder te liggen aan het uiterste van een koren hoop. Daarna kwam zij stilletjes in, en sloeg zijn voetdeksel op, en leide zich.
— Ruth 3:7
Lezen: Ruth 3:6-9
Boaz is met zijn bedrijf al in de sferen van de oogst. Dat betekent vrolijkheid en blijdschap. Er wordt hard gewerkt, goed gegeten en gedronken. Als Ruth goed oplet waar Boaz tussen zijn mannen gaat slapen, wacht ze tot hij slaapt. Ze gaat uiteindelijk aan zijn voeteneind liggen (iets anders dan: ze kruipt bij hem in bed). Al met al is het heel spannend. Want het kan verkeerd opgevat worden, Boaz kan haar als prostituee wegjagen, of juist haar voor één nacht gebruiken. Maar ze is gegaan in vertrouwen op de HEERE Die ze dient. Ze waagt het met Hem.
Bovendien gaat ze ook in vertrouwen op Boaz, die ze heeft leren kennen als een betrouwbare man die God en zijn naaste liefheeft. Ze zoekt haar hulp en haar heil bij de van God gegeven losser. Dat doe je nooit tevergeefs. Als Boaz 's nachts door een koude rilling wakker wordt en om zich heen grijpt en dan Ruth aantreft, vertelt Ruth wie ze is. Ze vraagt Boaz om zijn vleugels over haar uit te spreiden omdat hij de losser is (vers 9).
Een prachtige omschrijving van waar het in het geloof om gaat! In Ruth 2:12 had Boaz het tegen haar gehad over de veiligheid van Gods vleugels. Daar grijpt Ruth op terug. Want die vleugels van God worden zichtbaar in de losser die Hij in Zijn wet aan de arme en ellendige geeft. Als Boaz zich aan Gods wet houdt, als hij de rechtvaardige losser is, is het uiteindelijk de HEERE Die door hem Zijn vleugels over Ruth en Naomi uitspreidt. Dat is de geloofsbelijdenis van Ruth. Ze pleit bij Boaz op wie Boaz is en op wat hij kan doen. Geldt dat niet des te meer bij Jezus Christus?
Door Ds. P.W.J. van der Toorn