4. Dat een iegelijk van u wete zijn vat te bezitten in heiligmaking en eer;
5. Niet in kwade beweging der begeerlijkheid, gelijk als de heidenen, die God niet kennen.
6. Dat niemand zijn broeder vertrede, noch bedriege in zijn handeling; want de Heere is een wreker over dit alles, gelijk wij u ook te voren gezegd en betuigd hebben.
7. Want God heeft ons niet geroepen tot onreinigheid, maar tot heiligmaking.

— 1 Thessalonicenzen 4:4-7

In dit gedeelte van Paulus’ brief geeft hij aan hoe een christen behoort te leven. Het leven van deze jonge gemeente moet duidelijk anders zijn, dan hoe het was voor ze christen werden. Ze moeten hun ‘vat bezitten in heiligmaking’. Dat betekent dat men zijn eigen lichaam en dat van zijn vrouw moet heiligen voor Christus. Heiligen betekent hier, apart zetten voor God en leven tot eer van Hem. (Paulus richt zich in zijn brieven tot de mannen, maar hetzelfde geldt natuurlijk voor de vrouwen.) Dus niet leven zoals de heidenen in echtbreuk en een onheilig (=zondig) leven. En ook eerbaar omgaan met de echtgenoot van de broeder of zuster in het geloof. Dat is wat Paulus bedoelt in vers 6.

Wat in de tijd van Paulus gold, geldt vandaag natuurlijk ook nog. Want God is de Onveranderlijke. Hij wil dat Zijn schepselen zich eerbaar gedragen. Dat betekent dat je niet met ongeoorloofde begeerte naar een ander kijkt.

 

De Heere heeft het huwelijk ingesteld en in Zijn Wet gezegd dat we niet mogen echtbreken. Aan de ene kant betekent dat een leefregel voor ieder mens, maar aan de andere kant beschermt het ook de relaties. Als ik geen relatie mag aangaan met de vrouw van een ander, mag een ander dat omgekeerd niet met mijn vrouw. Zo beschermt God de relaties. Wat is de Heere goed voor ons. Want wat voor het zevende gebod geldt, geldt voor alle geboden. God beschermt ons en ons ‘bezit’. Als we om ons heen kijken moeten we helaas vaststellen dat we in een zondige en gebroken wereld leven. En die gebrokenheid en zondigheid zien we helaas ook als we ons spiegelen in de Wet.

 

Maar ondanks het bovenstaande blijft waar: De Heere is genadig en barmhartig en Hij wil de zonden vergeven!