1. Maar van de tijden en de gelegenheden, broeders! hebt gij niet van node, dat men u schrijve.
2. Want gij weet zelven zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal komen, gelijk een dief in den nacht.
3. Want wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede, en zonder gevaar; dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte vrouw; en zij zullen het geenszins ontvlieden;
4. Maar gij, broeders, gij zijt niet in duisternis, dat u die dag als een dief zou bevangen.

— 1 Thessalonicenzen 5:1-4

Jezus zal komen met de wolken van de hemel. Wanneer? Als we om ons heen kijken, lijkt het niet lang meer te duren. Maar wat is lang? Petrus zegt dat één dat bij de Heere is als duizend jaar en andersom. Eigenlijk is het ook niet belangrijk wanneer het zal zijn. Als je vandaag sterft is het vandaag eeuwigheid. Daarom vindt Paulus het ook niet belangrijk om hierover met de Thessalonicenzen in discussie te gaan. Dit staat wel vast: Jezus zal komen als een dief in de nacht. Dat betekent niet dat hij ’s nachts zal komen, want als het hier nacht is, is het in Australië dag. Het betekent dat we altijd bereid moeten zijn om Hem te ontmoeten. Zo weet je niet wanneer een inbreker zal komen. Maar als hij komt moet je zorgen dat je huis goed beveiligd is. Als er gezegd wordt dat je je er niet druk over moet maken, maar dat het echt wel goed zal komen, dan kan de dag van de Heere je zomaar overvallen als barensweeën een zwangere vrouw.

 

Daarom moeten we, zoals Paulus dat zegt in vers 4 niet in de duisternis leven. Dat betekent hier dat we moeten leven als ‘kinderen van het Licht’. Het licht dat komt van Jezus. Hij zegt zelf: ‘Ik ben het licht van de wereld.’ (Joh. 8:12) En dat wij op Hem moeten lijken zegt Hij in Matth. 5 vers 14: ‘Gij zijt het licht der wereld.’

De gemeente van Thessalonica zag erg uit naar Jezus’ wederkomst. Maar dat kan natuurlijk alleen als je de Heere kent als je Zaligmaker en Verlosser. Ik denk ook in dit verband aan de oude Johannes op het eiland Patmos. Ik zie hem voor me: Hij kijkt omhoog en heft zijn handen op. En hij roept het uit: ‘Ja, kom Heere Jezus!’

 

Zie je ook uit naar Zijn komst?