En een zeker jongeling, met name Éutychus, zat in het venster, en met een diepen slaap overvallen zijnde, alzo Paulus lang tot hen sprak, door den slaap nederstortende, viel van de derde zoldering nederwaarts.

— Hand. 20:9a

Noem mij één ding dat je mist waarom je niet bekeerd zou kunnen worden? Bij Éutychus ontbrak er niets aan. Hij was onder de beste prediker en zat op de beste plaats. 'Maar ik kan mijzelf niet bekeren', hoor ik je zeggen. Klopt! Maar het is de gewone weg van de HEERE om het gebruik van de genademiddelen te zegenen. Niet omdat Hij jou iets verplicht is. Ook niet omdat je die middelen kunt gebruiken zonder nog meer schuld te maken. Maar omdat dit de gewone aangewezen weg is voor de HEERE om te werken.

Zou je er dan niet álles aan doen! En doe je dat ook? Misschien zeg je: 'nou ja, ik doe mijn best. Ik ga naar de kerk, ik lees voor mijzelf uit de Bijbel, ik ga trouw naar de catechisatie, ik bid voordat ik ga slapen, ik lees iedere dag deze app!' Maar dat was niet mijn vraag! De vraag is of je er álles aan doet. Een goede test om het antwoord op die vraag te vinden is deze: zou je er méér aan kunnen doen dan je nu doet? Wel, dan weet je dat je er niet alles aan doet! Kennelijk wil je dat dus niet!

Maar dat is levensgevaarlijk. Het voorbeeld van Éutychus bewijst het. Want wat gebeurt er? Hij valt in slaap. De beste plaats wordt nu de slechtste plaats. Er was geen slechtere plaats om in slaap te vallen dan deze! Het was immers een hoge plaats. Hij kon er zomaar dood vallen. En dat is precies wat er gebeurt. Het is wat met jou zal gebeuren, als je blijft doorslapen, als je volhardt in je onbekeerlijke doodstaat. Daarom: Ontwaak gij die slaapt!