En als hij weder boven gegaan was, en brood gebroken en wat gegeten had, en lang tot den dageraad toe met hen gesproken had, vertrok hij alzo. En zij brachten den knecht levend, en waren bovenmate vertroost.
— Hand. 20: 11, 12
Wat is dus de korte samenvatting? De tijd is voorts kort! Wanneer de wederkomst van Christus zal plaatsvinden en wanneer we moeten sterven weten we niet. Eén ding weten we wel heel zeker: één van beide zal spoedig plaatsvinden! Christus zegt daarom dat we bereid moeten zijn en waakzaam moeten zijn
De slapende Éutychus was zowel het een niet als het ander niet: hij was niet bereid, hij was niet waakzaam! De gevallen dode Eutychus was het nog veel minder. Ik vrees dat dit misschien ook voor velen van jullie nog geldt.
Maar evenwel: het kan nog! Daarom roept Christus: 'Ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten.’ (Efeze 5:14) ‘Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhard uw harten niet’ (Hebr. 3:7) ‘Zie, nu is het de welaangename tijd, zie, nu is het de dag der zaligheid.’ (2 Kor. 6: 2b) Daarom: ‘Strijdt om in te gaan door de enge poort; want velen (zeg Ik u) zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen’ (Luk. 13:34)
Het voorbeeld van Eutychus toont ons de genadige bereidheid van Christus om gevallen dode zondaren op te rapen, hen te ‘omvangen’. Vlucht dan tot Hem. Tot wie zou je anders heengaan? Hij heeft de woorden van het eeuwige leven! Hij wil van doen hebben met domme, dwaze, beschadigde, schuldige dode zondaren. Hij zegt: ‘Want Ik leef en gij zult leven’. (Joh. 14:19).
Door L. van der Tang