En de Heere Zich omkerende zag Petrus aan
— Lukas 22:61
Het onvoorstelbare is gebeurd. Jezus is verloochend door Petrus in de hof van Kajafas. Jezus is er zelf ook getuige van. Het kraaien van de haan is het moment dat Jezus zich omkeert tijdens het proces tegen Hem. Hij weet dat Petrus hem verloochend heeft. De ogen van Jezus zoeken Petrus en vinden Petrus. Jezus ziet Petrus aan. Petrus kijkt Jezus aan. In die blik van de Heere Jezus ziet Petrus nu wat hij gedaan heeft. Hij komt tot het besef dat het woord van Zijn meester is uitgekomen. Hij heeft Hem verloochend. De blik van Jezus zegt genoeg. Petrus voelt in die blik hoe zwaar hij nu gezondigd heeft. Hij kan dan ook niet anders dan naar buiten gaan om bitter te wenen van berouw. Jezus wordt hier de Heere genoemd. Hij is de Kurios, dat is degene die macht heeft en dat betekent dat deze blik van de Heere Jezus Petrus vasthoudt. Het is de blik die tot berouw brengt. Het is de liefdevolle blik die Petrus doet beleven dat hij ontrouw geweest is aan zo’n liefdevolle Zaligmaker. Dat is altijd weer waar de Heilige Geest je van overtuigt. Die overtuiging brengt tot de droefheid naar God die een onberouwelijke bekering werkt tot zaligheid. Je beseft dan wat je gedaan hebt. Je zondigt niet alleen maar tegen de heilige God, ook tegen die goede God Die Zijn Zoon gezonden heeft. Zondigen tegen de liefde van God geeft nog meer berouw en tranen. De zonde is erg bitter. Vandaar dat Petrus bitter weent. En toch het is de liefde van Christus Die hem vasthoudt, die hem weer opnieuw tot bekering brengt. Ken jij die tranen van berouw?
Door Ds. H. Polinder