Hij zal velen van de kinderen Israëls bekeren tot de Heere, hun God.
— Lukas 1:16
Heel wat mensen kon het aan geschiedschrijver Lukas vertellen hoe blij ze ermee waren, dat Johannes, het kindje van het oude priesterechtpaar, werd geboren. Niet alleen zijn geboorte maakte – zoals bij veel geboorten gebeurt – mensen blij. Maar vooral wat dit jongetje, toen hij groot geworden was, voor hen betekende.
Hij had hen door zijn prediking tot bekering mogen brengen, zoals de dagtekst ons zegt. Dit woord van de engel Gabriël bleef niet binnen de muren van de tempel, maar werd in heel het landschap van Judea ervaren. Velen herinnerden het zich maar al te goed en vertelden het aan Lukas, hoe de prediking van deze priesterzoon hun tot in het diepst van hun hart geraakt had. En dat de Heere hun zo tot oprecht berouw en hartelijk geloofsvertrouwen had geleid.
Misschien waren er van hen die door Lukas ‘geïnterviewd’ werden, die met tranen in hun ogen konden vertellen over het grote geschenk dat ze toen kregen: vergeving van al hun zonden! En als bevestiging van Gods grote genade ontvingen zij de doop in de Jordaan.
Door Ds. W. Pieters