Alzo heeft mij de Heere gedaan, in de dagen in welke Hij mij aangezien heeft om mijn versmaadheid onder de mensen weg te nemen.
— Lukas 1:23-25
Bij navraag komt Lukas verder te weten dat Zacharias, toen hij na de week tempeldienst weer bij zijn vrouw in Hebron kwam, nog steeds niet kon praten. Maar hoe dan ook, hij heeft haar duidelijk gemaakt, wat voor bijzondere dingen er allemaal gebeurd waren. En vooral, dat ze samen nog een kindje zouden krijgen.
Heel wat mensen konden getuigen, hoe Elizabet als oude vrouw na een paar maanden toch nog moeder werd – wat niemand meer had verwacht.
Lukas hoorde al die verhalen aan en schreef ze op. “O Theofilus”, zegt de evangelist als het ware, “wat is God toch machtig, om dit wonder te kunnen doen! En wat is Hij genadig om in ontferming naar ons mensen om te zien, ook naar u!”
Elizabet zal het misschien ook maar moeilijk hebben kunnen geloven, maar ja, dat haar man niet meer kon praten, was toch wel opmerkelijk. En na enige tijd merkte ze het: het is toch waar: een komt een kindje in ons gezinnetje.
God kan niet liegen. En de boodschapper van God, Gabriël, loog ook niet. En Zacharias die zo oprecht de Heere vreesde, had ook niet gelogen. Het was allemaal waar!
Door Ds. W. Pieters