21 November 2020
Bidden om vervulling van de belofte
Bidden om vervulling van de belofte

25 Nu dan, HEERE God, doe dit woord dat Gij over Uw knecht en over zijn huis gesproken hebt, bestaan tot in eeuwigheid; en doe gelijk als Gij gesproken hebt.
26 En Uw Naam worde grootgemaakt tot in eeuwigheid, dat men zegge: De HEERE der heirscharen is God over Israël; en het huis van Uw knecht David zal bestendig zijn voor Uw aangezicht.
27 Want Gij, HEERE der heirscharen, Gij God Israëls, Gij hebt voor het oor Uws knechts geopenbaard, zeggende: Ik zal u een huis bouwen. Daarom heeft Uw knecht in zijn hart gevonden, dit gebed tot U te bidden.
28 Nu dan, Heere HEERE, Gij zijt die God en Uw woorden zullen waarheid zijn, en Gij hebt dit goede tot Uw knecht gesproken.
29 Zo believe het U nu en zegen het huis van Uw knecht, dat het in eeuwigheid voor Uw aangezicht zij; want Gij, Heere HEERE, hebt het gesproken, en met Uw zegen zal het huis van Uw knecht gezegend worden in eeuwigheid.

— 2 Samuel 7: 25-29

Danken is ook bidden. Bidden om de vervulling van de belofte.

Lees maar mee in vers 25: David bidt: “Heere God, DOE dit woord (…) en DOE gelijk als Gij gesproken hebt”.

Dit is Bijbels bidden. Bidden met de handen op de beloften van God. Bidden omdat de Heere het in Zijn Woord heeft gezegd.  Niet een lijstje wensen invullen (wilt U dit en wilt U dat…), maar eenvoudig bidden bij een open Bijbel, je hand op de belofte, je andere lege hand naar de hemel en roepen, tot de Belovende God: “Doe het Heere. Doe het”. Ik, jij, wij hebben het niet verdiend. We hebben nergens recht op. Wie zijn wij en wie is ons huis….? Maar het gaat niet om ons! Het gaat om de HEERE! Om Zijn Woord. Om Zijn beloften. In de doop aan ons voorhoofd verzegeld. Hij zoekt je behoud, niet je ondergang!



En jij, jonge vriend of vriendin, die geloven mag:

Jezus bouwt in het Vaderhuis vele woningen en maakt jouw en mijn plaats daar klaar. Ik straks in dat huis! Wie ben ik, Heere, dat U zo aan mij denkt! Ik zou U wel een huis willen bouwen, maar U woont met Uw Geest in mijn tempel, dat is mijn lichaam. En ik ben een onderdeel van Uw lichaam en een levende steen van Uw huis. En straks komen jij en ik thuis. In het Vaderhuis. Met die vele woningen. En dan de eeuwige DANKDAG gaan vieren. God danken, voor Zijn onuitsprekelijke genade. Het Lam de lof zingen. Tot in eeuwigheid.



Je mag hier op aarde vast beginnen….



Want het ligt vast in Hem. David eindigt zijn gebed en wij met hem: “want Gij, Heere HEERE, hebt het gesproken, en met Uw zegen zal het huis van Uw knecht gezegend worden in eeuwigheid”. Amen.

Ds. J.R. van Vugt

Door Ds. J.R. van Vugt

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl