En ten laatste van allen is Hij ook van mij…gezien
— 1 Korinthe 15:8
De dagtekst van vandaag heeft jaren na de eerdere verschijningen plaatsgevonden. Deze verschijning laat zien dat Christus de Levensvorst is van Wie de pijlen in het vijandige hart komen (vergelijk Psalm 45:6b). En deze pijlen treffen niet het hart om te doden, maar om tot werkelijk leven te brengen. Paulus was een van de grootste vijanden van vrije genade. Hij was een van de grootste vijanden van de leer dat Iemand de vloekdood zou moeten sterven om hem te redden. Waar bij de discipelen in de voorgaande dagen onbegrip was, bij de broer van de Heere Jezus ongeloof, was bij Paulus pure haat en vijandschap. Hij zou het zelf wel redden voor het aangezicht van een heilig God. De Heere Jezus verschijnt aan hem om te tonen dat Hij niet is opgestaan om de grootste van de vijanden te doden, maar om hen het leven te geven. Zijn diepe ontferming raakt een vijand als Paulus om hem tot de meest overvloedige dienstknecht van het evangelie te maken. Dit geeft op deze koningsdag hoop. Paulus zag de Koning der koningen en waar hij de dood voor ogen had, schonk deze hem het leven, een nieuw leven uit Zijn eigen opstandingskracht. En als je Hem leert, ga je Paulus na spreken: dat ik Hem (nog meer) kenne, en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap aan Zijn lijden. Dat ik Zijn dood gelijkvormig worde om eenmaal te komen tot de wederopstanding van de doden.
Door Ds. M.W. Muilwijk