Toen nam Mozes dat bloed, en sprengde het op het volk; en hij zeide: Ziet, dit is het bloed des verbonds, hetwelk de HEERE met ulieden gemaakt heeft over al die woorden.
— Exodus 24:8
In de tekst van vandaag komt de geschiedenis tot de kern. Het verbond dat de HEERE aan de voet van de Sinaï wil sluiten, wordt hier bekrachtigd. En de vastheid van dit verbond steunt niet op de wederzijdse trouwbetuigingen. De HEERE weet wat van een mens te verwachten is: niets dan ontrouw en ongerechtigheid. Daarom sprengt Mozes bloed van de geofferde dieren op het volk. Het volk moet worden gereinigd van de zonden, de ontrouw, de hartelijke neiging tot afval. Alleen in het bloed van de geofferde dieren kan het verbond stand houden. Dit bloed wijst vooruit naar het bloed dat de Heere Jezus zal storten aan het kruishout op Golgotha. In dat bloed ligt het onverbrekelijke verbond der genade volkomen vast. De Heere Jezus Zelf heeft naar deze woorden verwezen, toen Hij het heilig avondmaal, als teken van het genadeverbond, heeft ingesteld. Hier komt de geschiedenis dan ook tot de kernboodschap. De verlossing en het leven uit de verlossing kan niet voortkomen uit een zogenaamd bereidwilligheid van jouw kant. De HEERE wil je hart en je hele leven. Tegelijk ligt daar de grond en vastheid niet. Dat ligt in het bloed van de Heere Jezus Zelf Die en Offeraar en Geofferde is geworden, als de Middelaar door God Zelf uitgekozen. Uit het vluchten tot Hem komt het leven met Hem voort.
Door Ds. M.W. Muilwijk