Zoals Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn. Ik zal u niet begeven, en u niet verlaten.
— Jozua 1:5
Als leider van het volk Israël staat Jozua op het punt hen het Beloofde Land binnen te brengen. God bemoedigt hem door te zeggen: “Ik zal met u zijn. Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten.”
Mozes leeft niet meer, en Jozua staat er nu helemaal alleen voor. Geen wonder dat hij er tegenop ziet.
God weet het en laat hem niet tobben. Hij belooft bij hem te zullen zijn.
Als God dit tegen jou zegt, heb je alles, nietwaar? Wat er op deze dag ook gebeurt, God is erbij. Het fijne wordt dubbel zo fijn, en het moeilijke wordt half zo moeilijk.
Maar misschien vraag je je af: zou ik willen dat God heel de dag met me meegaat en het stuur van mijn leven overneemt?
Als je de dingen van Gods Woord op je eigen situatie toepast, wordt Bijbel lezen heel wat anders, dan ‘het ene oog in het andere oog uit’.
Maar, denk je: “zegt God dit wel tegen mij? Ik ben Jozua niet…”
OK, God zei het tegen Jozua, maar voor wie denk je dan dat dit geschreven is? Toch niet voor hem, maar voor jou!
Stelling: als je niet weet of God dit zo tegen jou zegt, is het niet verkeerd Hem te vragen toch ook met jou te zijn.
Door Ds. W. Pieters