De HEERE nu beschikte een grote vis om Jona in te slokken.
— Jona 1:17
Misschien herinneren jullie je dat ik enkele maanden geleden met jullie heb nagedacht over Jona. De laatste app ging toen over Jona’s bekentenis, dat hij schuldig was aan die grote storm. En wat gebeurde er daarna? Nou, Jona wordt overboord gegooid. En terwijl hij naar de bodem zinkt, gebeurt er plotseling iets vreemds. Jona heeft het niet kunnen verklaren, maar na een poosje gaat hij zich realiseren waar hij is: in een donker en stinkend visseningewand. Hij is opgeslokt door een grote vis, volgens Mattheüs 12 een walvis. ‘Dat kan niet!’ zeggen veel mensen. ‘zo’n vis bestaat niet en er zijn geen voorbeelden van iets dergelijks bekend’. Dat zal waar zijn. Maar deze geschiedenis staat dan ook niet in het reisverslag van een zeeman of in het proefschrift van een bioloog. Maar dit staat in het heilig Woord van God. Een eenvoudige gelovige zei eens: ‘Al zou er staan dat de vis in Jona had gezeten, dan had ik het ook geloofd’. Vraag je eens af waarom velen niet in de Bijbelse wonderen willen geloven. Waarom willen ze die eruit halen? Wel, dan is God ook uit de Bijbel gehaald. En dan is God ook uit ons leven en dan is de mens vrij om te doen en te laten wat hij zelf wil. Geen God, geen Rechter en geen oordeel. Wat zal de realiteit dan des te aangrijpender zijn!
Door Ds. M.A. Kempeneers