30 Januari 2020
Gods goedheid
Gods goedheid

Want Gij hadt mij geworpen in de diepte

— Jona 2:1

In zijn gebed erkent Jona dat de Heere alles bestuurt. De golven waren Gods golven en de baren waren Gods baren. Jona zag Gods hand in deze weg. En die hand drukte ook op Jona’s geweten. Net zoals bij David toen hij psalm 32 dichtte: ‘Uw hand was dag en nacht zwaar op mij…’ Maar behalve dat ontdekt Jona in alles toch Gods goedheid. Hij had immers de dood verdiend. En toen hij overboord ging, verwachtte hij ook niet anders dan dat hij zou verdrinken. En toen hij onder water toch kon ademen, heeft hij zich verwonderd! Het heeft wel even geduurd voor hij besefte waar hij was, maar hij leefde nog! En van ogenblik tot ogenblik heeft Jona zich verwonderd. ‘Gij hebt mijn leven uit het verderf opgevoerd, o HEERE, mijn God!’ En al is Jona nog niet uit de vis, al heeft hij nog geen vaste grond onder zijn voeten, toch looft hij God. Herken je dat? Dat je van God geen kwade gedachte van God kan denken en dat je geen kwaad woord van God kan spreken. Terwijl je misschien middenin de moeite en het verdriet zit. Maar dat je ziet en beleeft dat God goed is voor een slecht mens.

Ds. M.A. Kempeneers

Door Ds. M.A. Kempeneers

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl