10 Februari 2020
De Opgang
De Opgang

Een lied Hammaäloth. Ik hef mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal

— Psalm 121:1

Ik wil een week lang met jullie nadenken over psalm 121. Deze psalm is een lied Hammaäloth. Hammaäloth betekent letterlijk ‘trappen’. Een lied van de ‘trappen’ dus. Of, zoals je het ook mag vertalen: een lied van de Opgang. Immers, op een trap ga je omhoog. Je gaat op – opgang – naar een plek die hoger is dan waar je nu staat. Van die liederen Hammaäloth zijn er 15, namelijk de psalmen 120-134. Deze liederen werden gezongen door pelgrims. Pelgrims zijn mensen die op weg zijn naar een plek om de Heere hun God te ontmoeten. Om de grote feesten te onderhouden. Om offers voor Hem te brengen. Om te zingen tot eer van de Heere. Een plek om de Heere te ontmoeten. Dat deden ze in het Oude Testament in de tempel te Jeruzalem. Jeruzalem ligt als stad hoger dan de weg naar Jeruzalem en de tempel van de Heere ligt nog hoger, bovenop de berg Moria. Om bij de tempel te komen moest je dus een weg omhoog en via trappen opstijgen naar de tempel. De plaats om God te ontmoeten. Of moet ik het zo zeggen: “De plaats waar de Heere God ons wil ontmoeten”?

Gisteren was je in de kerk. De plaats waar je voor de Heere verschijnt. De plaats van de gebeden tot de Heere en de plaats waar de psalmen gezongen worden ter ere van de Heere. De plaats waar het Woord van de Heere geklonken heeft en wekelijks klinkt. Dat is een wonder van genade. De Heere wil jou ontmoeten in Zijn Woord, zodat je straks klaar bent Hem te ontmoeten.

Heb je in de gaten dat je een pelgrim bent? Op weg naar die grote ontmoeting met God? Dat je eenmaal – aan het einde van je levensreis – de Heere gaat ontmoeten? Besef je dat? En… kan je Hem dan ook ontmoeten?

 

Ds. J.R. van Vugt

Door Ds. J.R. van Vugt

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl