Een lied Hammaaloth. Ik hef mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal. Mijn hulp is van den HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft.
— Psalm 121:2
De pelgrim staat op het punt om de reis te beginnen of misschien is hij al wat langer onderweg. En dan kijkt hij omhoog. Voordat je in Jeruzalem bent, zie je die hoge bergen voor je. Bergen om je heen en jij in het dal beneden. In het dal ben je kwetsbaar. De weg naar Jeruzalem is een gevaarlijke weg, denk maar aan de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan. Op die weg kan je overvallen worden. Overdag is het heet en brandt de zon op je hoofd, ’s nachts is het donker, koud en gevaarlijk. Je bent zomaar niet in Jeruzalem. Een weg vol gevaar, dreiging, moeiten en bergen waar je over heen moet, ligt voor je.
Je kan op je levensreis naar de ontmoeting met de Heere wel eens moedeloos worden. Moedeloos, wanneer je kijkt naar die bergen voor je. Een opleiding, een toets, een ziekte, moeilijke omstandigheden thuis, op school, op je werk. Problemen in relaties, met je gezondheid, met het leren. Moeilijke situaties om je heen en moeilijke mensen om je heen. Bergen van moeiten en zorgen. Bergen van zonden! Ja dat ook! En dan op weg om de Heere te ontmoeten? Heere, hoe moet dat?
Beste vriend en vriendin… kijk eens hoger! Hoger dan die bergen vol moeite. Die bergen gaan je niet helpen. Maar de HEERE, Die die bergen Zelf gemaakt heeft, is groter, sterker, hoger dan die bergen. Hij heeft de hemel en aarde gemaakt. Hij is toch oneindig veel groter dan die bergen waar jij niet overheen kan zien? Waar komt dan je hulp – ook vandaag – vandaan? Mijn hulp is van de Heere, Die hemel en aarde gemaakt heeft. Hij neemt niet de bergen weg, wel is Hij mijn Hulp om over die bergen heen te komen. Zeg je het deze dichter na?
Vanwaar komt jouw hulp vandaag?
Door Ds. J.R. van Vugt