Hij zal uw voet niet laten wankelen; uw Bewaarder zal niet sluimeren.
— Psalm 131:3
De dichter spreekt niet langer van MIJN Hulp, maar nu van UW voet en UW Bewaarder. Je kan hierbij denken aan mensen die om die pelgrim heen staan. Ze hebben zijn of haar vraag gehoord: “Waar komt mijn hulp vandaan?”. En ze hebben het antwoord gehoord: “Mijn Hulp is van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft”. En dan zingen de mensen die om hem of haar heen staan, de pelgrim toe: “Hij zal uw voet niet laten wankelen”.
Wanneer je op reis bent door de bergen, loop je over een pad vol stenen. Eén verkeerde stap kan grote gevolgen hebben. Je kan wankelen of struikelen, je kan uitglijden. Dat kan in de bergen zelfs dodelijk zijn. Eén misstap en je valt in een ravijn. Eén misstap en je verzwikt je voet. En dan kan je niet verder of erger: je valt in de diepte. Zelfs de val van een keukentrapje kan al heel verkeerd aflopen. We zijn zo kwetsbaar!
Wanneer de HEERE, Die de hemel en de aarde geschapen heeft, je voet vasthoudt en je niet laat wankelen, zal je ook niet vallen. Je blijft overeind en Hij bewaart je voor een dodelijke val. Als je voet niet wankelt, blijft de rest van het lichaam ook overeind. Zo wil de Schepper van hemel en aarde je helpen en nabij zijn. Op de gevaarlijke wegen vandaag van en naar school of naar je stageadres of naar je bijbaantje. Mijn hulp is van de HEERE. Ja, zingen de andere pelgrims of de priesters in de tempel je toe! Ja…die Helper zal toch zeker je voet niet laten wankelen? Hij houdt je overeind.
De gelovige pelgrim vertrouwt op de Heere, de Helper. Hij zal mijn voet niet laten wankelen. Vertrouw je al zo op de Heere, ook vandaag? Geloof is vertrouwen. Geloof je Hem?
Door Ds. J.R. van Vugt