— Jesaja 53
Het is opvallend dat hier de Zone Gods door Zijn Vader met de naam of de titel “Knecht” wordt aangeduid. Wij weten dat ook Gods kinderen wel eens dienstknechten en dienstmaagden van de Heere genoemd worden. Met name dienaren van het Woord worden ook met die “naam” aangeduid. Maar hier gaat het om Gods Zoon Zelf van Wie de Vader zegt dat Hij Zijn Knecht is. Deze naam of titel lijkt niet bijzonder eervol te zijn. Echter, het tegendeel is waar. Al uit het woordje “Mijn” blijkt dat er wel degelijk sprake is van een tere en liefdevolle aanduiding. De naam “Knecht” is hier niet in kleinerende zin bedoeld. Het gaat om een erenaam. In die naam wordt uitgedrukt dat de Zoon gewillig is om in opdracht van Zijn Vader en tot eer van Zijn Vader een zeer belangrijk werk te verrichten wat door geen mens op aarde verricht kan worden. Wat is dat werk? Hij moet de door de zonde geschonden eer van Zijn Vader herstellen. Hij moet de satan als de overste van deze wereld verslaan. Hij moet Zijn Kerk verlossen van het eeuwig verderf. Daartoe moet Hij als de lijdende Knecht des Heeren lijden en sterven. Daarom moet Hij de gestalte van een dienstknecht aannemen. Denk maar aan wat de apostel Paulus moest schrijven: “Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden; En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises” (Filippenzen 2:7 en 8). Deze Knecht is de lijdende Knecht uit Jesaja 53 Die veler zonden heeft gedragen en voor de overtreders heeft gebeden. Mag u en jij het al zeggen: En alles aan Hem is gans begeerlijk?
Door Ds. Y. R. Bijl