— Lukas 22:39-46 en Hebreeën 12:1-8
God de Vader heeft Zijn Zoon van eeuwigheid tot een taak geroepen die Hem Zijn leven zal kosten. Voor dit zware werk, van lijden en sterven, wordt de Knecht door Zijn Vader ondersteuning toegezegd. Niet alleen wordt de menselijke natuur van de Heere Jezus ondersteund door Zijn Goddelijke natuur. Alleen daardoor heeft Hij het bittere lijden kunnen dragen. Echter, de Vader belooft ook Zelf Zijn Zoon te ondersteunen. Om Borg te kunnen zijn moet Gods Zoon niet alleen de Goddelijke natuur hebben, maar ook de menselijke. Een Mens, de Mens, deze Knecht zou immers moeten sterven voor mensen die gezondigd hebben. Op andere wijze kan er niet voor de Kerk betaald worden. Alleen de menswording van de Heere Jezus brengt wel met zich mee dat Hij zeer bedroefd zal zijn in de Hof als Hij zal denken aan Zijn lijden en sterven. Daarom zal Hij het ook in grote benauwdheid uitroepen: “Mijn God, Mijn God waarom hebt Gij Mij verlaten?”. Met het oog op dit alles belooft de Vader, eeuwen voor Christus’ geboorte, ondersteuning aan Zijn Zoon. Bij deze ondersteuning kunnen wij bijvoorbeeld denken aan de doop van de Heere Jezus. Dan zal de stem van Zijn Vader uit de hemel klinken: “Gij zijt Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen”. Wij kunnen ook denken aan de engelen die de Heere Jezus zullen dienen na de verzoeking in de woestijn. Ook op de berg der verheerlijking zal de Vader Hem Zijn geliefde Zoon noemen. Daar zal de Heere Jezus de heerlijkheid getoond worden die Hem zal wachten na Zijn bitter lijden en sterven. Zo alleen zal Christus het kruis kunnen verdragen. Ook in de Hof van Gethsémané zal God de Vader nog een engel zenden ter ondersteuning van Zijn Zoon. Hij Die Zelf ondersteund is geworden wil allen te hulp komen die op Zijn ondersteuning wachten.
Door Ds. Y. R. Bijl