Dan zult gij de vreze des HEEREN verstaan, en zult de kennis van God vinden.
— Spreuken 2:5
Deze week gaan wij nadenken over verschillende teksten waarin de woorden vreze des HEEREN voorkomen. De eerste vraag is dan: wat is vreze des HEEREN? Het woord vrees roept bij ons de betekenis op van angst en bang zijn. En angst is zeker een onderdeel van de vreze des HEEREN. Dat zullen we de aankomende dagen ook lezen. De vreze des HEEREN begint ook met angst: de angst voor het eerlijke oordeel over ons zondaar zijn en zonde doen. Maar de kern van de vreze des HEEREN bestaat in drie woorden: vertrouwen, ontzag en liefde. Dit vertrouwen komt voort uit het feit dat wij zien dat God niet onze ondergang op het oog heeft. Hij wil jou van je zonden bevrijden en wil voor je zorgen, zoals een vader voor zijn kind zorgt. Vertrouwen kan dan ook worden weergegeven met kinderlijk vertrouwen: zoals een kind zijn vader vertrouwt. Dat vertrouwen gaat samen met liefde. Dit is een wederliefde tot God, wanneer je persoonlijk ziet dat de Heere Jezus Zichzelf tot in de dood heeft overgegeven om zondaren te verlossen. Het is een liefde die voortkomt uit geloof: de onderwerping als zondaar aan God, Die in de Heere Jezus Christus een genadige God wil zijn. Deze onderwerping werkt ontzag voor deze heilige en liefdevolle God. De tekst uit Spreuken geeft aan hoe je deze vreze des HEEREN kunt leren: door een biddend zoeken wat God in Zijn Woord bekend maakt: zo leer je de Heere Zelf kennen.
Door Ds. M.W. Muilwijk