Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb.
— Johannes 21: 17
We hebben de hele week voor de spiegel gestaan naast mensen uit de Bijbel die iets vertellen over zichzelf. Vandaag zegt Petrus: ‘Ik heb u (de Heere) lief. Maar het is net of er ‘Iemand’ meekijkt over onze schouder. We zien zijn blik helder kijken. Zijn ogen kijken jou aan. Als we luisteren naar Petrus is het of de Heere Jezus er ook bij is. En… dat is niet alsof. Hij is er bij terwijl jij dit leest.
Gij weet alle dingen. Hij kent je door en door. Hij heeft je deze week zien staan, voor de spiegel, bij het lezen van deze overdenkingen. Paulus weet dat ook en hij doet zijn werk daarom altijd: ‘in de tegenwoordigheid Gods’ (2 Korinthe 2: 17) Dat is zo geweldig bevrijdend als je dat weten mag!
De Heere vraagt Petrus: Heb je mij lief. En Hij vraagt het na alles wat we deze week gelezen hebben ook aan jou. Heb je mij lief? Petrus kan geen mooie verhalen meer vertellen over hoeveel hij de Heere liefheeft. Eerder kon hij dat wel. Die vreselijke verloochening was voor Petrus spiegel die hem eerlijk heeft gemaakt.
Die twee vriendelijke ogen die hem die avond aankeken, terwijl hij bij het vuur geërgerd zijn Meester vervloekte, kijken hem nu indringend maar liefdevol aan.
‘Ja Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb.’
Hij weet alle dingen! Alle dingen. Hij kent je falen. Hij kent je vreugde en al je verdriet Hij weet van je tekort, je vijandschap, je onmacht. Hij ziet je tranen, je spijt en je berouw. Hij weet waar jij echt naar verlangt. Hij weet dat je handen leeg zijn en dat je niks mee kunt brengen. Hij weet het allemaal! Hij wil het zo graag van je horen!
En Hij, die alles weet, vraagt jou, net zoals Hij aan Petrus vroeg, heb je Mij lief?
Door Filip Uijl