En een sterke engel hief een steen op als een grote molensteen, en wierp die in de zee, zeggende: Aldus zal de grote stad Babylon met geweld geworpen worden, en zal niet meer gevonden worden.
Openbaring 18:21
— Openbaring 18:17-24
Misschien heb je weleens een steen in het water gegooid. Dan weet je één ding zeker: die steen zinkt, voorgoed uit zicht. Dat is het beeld van de ondergang van de zondige wereld. Het zag er allemaal zo prachtig en indrukwekkend uit, al die muziek en vrolijkheid. Alles waartoe de mens in staat was, zo kunstzinnig en prachtig. De welvaart, het eten en drinken. Het licht. De zogenaamde liefde van de wereld. Al die gaven van God heeft de wereld misbruikt voor zichzelf. Daarom gaat het ten onder. Definitief en totaal. Zes keer lees je hier: ‘nooit meer’. Wie zonder God wil leven, wacht eeuwige duisternis en eeuwige liefdeloosheid. Dan breekt voor hen die door deze wereld veracht en verdrukt werden om hun geloof eindelijk de eeuwige vreugde aan. Dat is tegelijk de vreugde over het oordeel dat komt over de goddeloze wereld. Mag dat eigenlijk wel? Blij zijn over de nederlaag en de ondergang van een ander? Als het gaat om de ondergang van zondaren en goddelozen mag het wel. Sterker nog, in de hele Bijbel kom je dat tegen. En nu Johannes ziet dat de vijanden van God met hun bloeddorst en verwoesting, met hun godslastering en vijandschap, ten onder gaan – voorgoed – klinkt het luidkeels: ‘Bedrijf vreugde!’. Waarom? Omdat dit het antwoord is op de klacht van de zielen onder het altaar (Openb. 6:10). God als de grootste Rechter spreekt recht. En dat betekent dat al het onrecht dat tegen Zijn kinderen geschied is, zal worden gewroken. Daarom is er reden tot blijdschap. Gods vonnis is rechtvaardig. Iedere zondaar die bij de Heere Jezus schuilt zal zalig worden. Maar ieder ander zal in de eeuwigheid verdoemd worden. Hoe huiveringwekkend ook, toch zeggen al Gods engelen en al Gods kinderen daarbij eerbiedig en beslist: Halleluja! Begrijp je dat?
Door Ds. P.W.J. van der Toorn