En ik hoorde een andere stem uit de hemel, zeggende: Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt, en opdat gij van haar plagen niet ontvangt.
Openbaring 18:4
— Openbaring 18:1-16
Eindelijk is het dan zover: de officiële afkondiging dat de vijand is verslagen. Nu zullen alle vijanden en allen die bij hen hoorden, gestraft worden. Alle verraders en alle meelopers. Voor hen is geen genade. Zo was dat na afloop van de Tweede Wereldoorlog. Maar eens geldt dat voor Gods vijanden, voor mensen die openlijk en bedekt tegen Hem in opstand zijn gekomen, meegenomen door de wereld en door wat de wereld te bieden heeft. Loop jij ook geen gevaar om je geluk hier op aarde en in dit leven te zoeken? Heb je de wereld lief, zoek je naar macht, naar rijkdom? Voor je het weet word je meegezogen door de verleiding. Maar dat is geestelijk vergif. Weet je wanneer je een slaaf bent van de zonde? Als je verdriet hebt wanneer datgene, waarvan je zegt: ‘Als dat weggaat, dan is alles verloren’, weggenomen wordt. Wat is dat bij jou? Waarvan zeg jij: ‘Als ik dat niet meer heb…’? Als het zaken zijn buiten God om, dan kun je tranen huilen als je het verliest, zoals de koningen en de kooplieden van de aarde. Als de grote stad Babylon is gevallen, valt hun zondige leven in duigen. Geen macht meer, geen geld meer. Wat erg als je daar verdriet over hebt, in plaats van over je zonden. Als je mee blijft doen met de zonde, wordt dat namelijk je ondergang. Daar heeft de Heere je niet voor over. Weg daar! Breek met de zonden. En bekeer je tot Hem. Heb nu verdriet over je zonden, dat brengt namelijk bekering tot zaligheid teweeg (2 Kor. 7:10). Zulke tranen van berouw over de zonde zullen eens worden afgewist. Dat zijn tranen die vreugde geven. En wie zich verheugt in God, die heeft toekomst.
Door Ds. P.W.J. van der Toorn