Ja broeder, laat mij u hierin genieten in de Heere.
— Filemon vers 20
Filemon had een slaaf: Onesimus. Deze was weggelopen. Op een zeker moment had hij Paulus ontmoet. Onesimus is daardoor christen geworden, een broeder in het geloof. Nu stuurt Paulus hem terug naar zijn heer en meester Filemon. Onesimus is misschien wel bang: wat staat hem straks te wachten? Filemon kon hem verschrikkelijk zwaar straffen. Dat recht hadden toen slaveneigenaren… Paulus geeft hem een brief mee. Hierin pleit hij voor de weggelopen slaaf en vraagt hij Filemon om hem vriendelijk te ontvangen. Dat vindt de apostel zó belangrijk, dat hij schrijft: als u hem vriendelijk ontvangt en al zijn schulden kwijtscheldt, dan geniet ik.
Dit is dus ook een vorm van genieten – het onderwerp van de meditaties van deze week: genieten, niet van eten en drinken en andere tijdelijke of lichamelijk weldaden van God. Maar christelijk genieten, de gemeenschap der heiligen genieten. Genieten als het andere gelovigen goed gaat. Genieten als anderen blij zijn. Dat doen je vader en moeder ook: zij genieten als jij blij bent, als jij een zonnetje in huis bent.
Denk jij ook te kunnen genieten als je hoort dat het Gods kinderen góed gaat? Geniet jij als jij hoort dat vijanden van God Zijn vrienden worden? Geniet jij als jouw klasgenoten of collega’s de Heere leren kennen en dienen?
Kun jij genieten van een vriendschap waarin Christus in het midden staat? En van het gemeenteleven waarin God geëerd wordt?
Paulus wil zelfs wel de schade die Onesimus Filemon heeft aangedaan, uit eigen zak vergoeden. Ook al kost het hem dus heel wat, toch geniet hij van het goede dat Filemon aan zijn teruggekeerde slaaf geeft.
Wie zó zijn naaste liefheeft, kan veel genieten…
Lezen: Filemon
Door Ds. W. Pieters