Verkiezende liever met het volk van God kwalijk behandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben.
— Hebreeën 11:25
In deze laatste meditatie over genieten gaat het over het verkeerde genieten: de zonde genieten. Welke zonde? Dat maakt niet uit. Mozes wilde niet het genot van de zonde aan Farao’s hof hebben, maar liever bij Gods volk horen – al werden zij dan ook verdrukt. En wij? Geniet jij van zondige dingen, van zondige plannen of fantasieën en op zondige plaatsen? Of haat jij de zonde – niet alleen bij anderen, maar ook en in de eerste plaats bij jezelf? Kun je eerlijk zeggen: al geniet mijn zondige adamsbestaan van zondige dingen, ikzelf haat ze met heel mijn hart. Ik wil in niet één ding God ongehoorzaam zijn en in niet één ding tegen Zijn wil en gebod ingaan? Wat een wonder, als dat niet is zoals bij de hoofmoedige farizeeër Saulus van Tarsen, maar zoals bij de ootmoedige christen Paulus de apostel. Hij schrijft over ‘het goede dat ik wil…; het kwade/zondige dat ik niet wil…!’ Al moet jij er meteen bijvoegen, wat ook Paulus erbij schrijft. Over dat goede schrijft hij: ‘het lukt mij niet…’ En over het kwade/zondige: ‘het gebeurt toch’: wanneer ik het goede wil doen, ligt het kwade mij bij.
De genieting van de zonde is maar voor een tijd, wist Mozes. Maar bij Gods volk behoren, al is hun levensweg nóg zo moeilijk en zwaar, dat geeft een geluk zónder einde. Dat genot is niet tijdelijk, maar eindeloos.
Van harte toegewenst dat je de keus van Mozes doet. Zo schrijft Paulus het: verkiezende… Ik roep je op om nét als Mozes te kiezen voor het volk van God, net als later ook Ruth deed; én te kiezen voor de God van dat volk, in Wiens Zoon Jezus Christus ook nu en ook voor jou een volkomen zaligheid en Goddelijke genieting te vinden is!
Lezen: Hebreeën 11:23-29
Door Ds. W. Pieters