1 EN het geschiedde als de koning in zijn huis zat, en de HEERE hem rust gegeven had van al zijn vijanden rondom,
2 Zo zeide de koning tot den profeet Nathan: Zie toch, ik woon in een cederen huis, en de ark Gods woont in het midden der gordijnen.
3 En Nathan zeide tot den koning: Ga heen, doe al wat in uw hart is; want de HEERE is met u.
— 2 Samuel 7: 1-3
In deze maand is en wordt op veel plaatsen in ons land ‘Dankdag’ gevierd. Een dag in het jaar om de Heere te danken voor alle goede dingen die de Heere gegeven heeft. In deze week staan we in elk stukje even stil bij ‘danken’.
Het eerste wat we lezen in 2 Samuel 7 is dat David rust heeft gekregen. Hij is koning in Israël geworden, de vijanden zijn verslagen, de Ark is in Jeruzalem gebracht. David zit in zijn huis, rustig. En hij schaamt zich.
Hij schaamt zich, omdat hij in een mooi huis woont en de Ark van de Heere in een tent staat, tussen de gordijnen. Dat lezen we in vers 2. David denkt: “Dat kan eigenlijk niet! Ik woon in een mooi huis van cederhout. Mooi en duur hout. Gebouwd door de beste houtbewerkers. Prachtig huis. En de Ark van God staat tussen de gordijnen”. Dit kan niet.
Hij praat erover met de dominee (de profeet Nathan). Die zegt: “Doe maar wat in je hart is, David. De Heere is met je”. Dat is fijn. Je schaamt je en wilt wat gaan doen en de dominee – de profeet van de Heere – zegt: “Doe maar, de Heere vindt het ook goed en de Heere zal je zegenen”. Dan kan je aan de slag… de Heere is erbij!
Ben jij ook zo afhankelijk van die zegen van de Heere? Iedere morgen, iedere middag, iedere avond? Zonder die zegen kunnen wij niets! Besef je dat? En…. Kijk eens om je heen! Wat heeft de Heere je allemaal gegeven? Mooi huis, mooi mobiel, mooie cijfers, goede gezondheid, fijne ouders…. Ben je ook zo dankbaar? Zou je ook iets aan de Heere willen geven om die dankbaarheid te laten zien? Het is toch de HEERE (vers 1) Die alles geeft?
Door Ds. J.R. van Vugt