In dienzelfden tijd antwoordde Jezus en zeide: Ik dank U, Vader! Heere des hemels en der aarde! dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens geopenbaard.
— Mattheus 11: 25
Het verwarde me een beetje. Dat Jezus juist hier Zijn Vader dankt. Want op welk moment gebeurt dit? Direct nadat Jezus de conclusie heeft getrokken dat velen van Zijn volk niet gered willen worden. Ze vonden de boodschap van Johannes de Doper niet goed genoeg en die van Jezus werd ook afgeschreven. Daarom heeft Jezus net hiervoor gezegd in vers 23: En gij, Kapernaum! die tot den hemel toe zijt verhoogd, gij zult tot de hel toe nedergestoten worden. Want zo in Sodom die krachten waren geschied, die in u geschied zijn, zij zouden tot op den huidigen dag gebleven zijn. Doch Ik zeg u, dat het den lande van Sodom verdragelijker zal zijn in den dag des oordeels, dan u. Dat is dreigende taal. Maar je proeft de pijn erin door.
Hoe kan Jezus dan in zo’n situatie Zijn Vader danken? Omdat Jezus weet dat Zijn Vader Heere is van de hemel en van de aarde. Het loopt God nooit uit de hand in Zijn Koninkrijk. Hij laat niet met het evangelie spotten. Misschien denk je wel, is het wel eerlijk dat God het voor mensen verborgen houdt? Maar dan stel je de verkeerde vraag. God maakt Zich juist in het evangelie bekend. Dat die boodschap niet wordt begrepen ligt aan de hoogmoed en eigenwijsheid die wij van nature allemaal hebben. Het is genade dat de Heere Jezus namens de Vader iedereen welkom heet die vermoeid en belast is (vers 28). Daarom dankt Jezus de Vader. Hij zorgt dat ze eigen wijsheid afleggen en tot Jezus gaan komen. En Jezus zag en ziet ze komen, het ene kind na het andere. Kinderen die uit God geboren zijn. Hoe herken je die? Die geloven in de naam van Jezus! Jij ook?
Door Ds. F. van Binsbergen