Ziet, Ik zend Mijn engel, die voor Mijn aangezicht de weg bereiden zal. En snellijk (spoedig) zal tot Zijn tempel komen die Heere, Die u zoekt. Te weten de Engel des verbonds, aan Dewelke u lust hebt. ‘Ziet, Hij komt’, zegt de HEERE der heerscharen
— Maleachi 3:1
Maleachi moet van de Heere tegen zijn volk vertellen dat Hij hen niet vergeten is, maar aan hen denkt en de Messias zal sturen.
Eerst komt er een engel. Dat is niet de engel die tegen de herders zei dat de Zaligmaker geboren was. Een engel is een bode. Die bode waar Maleachi het over heeft is Johannes, de zoon van Zacharia en Elizabeth.
We hebben eergisteren gezien dat de goede Herder zou komen. De Herder Die Zijn leven ging geven voor Zijn volk. Gisteren zagen we dat Jesaja bad of God de hemel zou scheuren. En Maleachi zegt dat het nu spoedig gaat gebeuren.
Ja spoedig. Al duurt het nog wel zo’n vierhonderd jaar voordat deze profetie vervuld wordt.
Ik moet hierbij denken aan wat Petrus schrijft: voor de Heere is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag. Dat komt omdat wíj vastzitten aan tijd, maar God niet. Spoedig dus.
Wij leven in een tijd waarin snelheid het motto is. Geduldig zijn ligt ons niet zo. Al wordt het niet direct zo gezegd, maar veel jongeren - en ook ouderen - denken: ‘Ik wil het, en ik wil het nu!’
Maar de Heere leert om geduldig te zijn. De dingen gebeuren niet op de tijd die wij geschikt achten, maar die de Heere goed vindt.
En uiteindelijk weet Hij het beste wanneer de beste tijd is aangebroken. Toen na de hemelvaart van Jezus het evangelie de wereld over ging, waren de wegen goed, sprak men in vele landen Grieks. In de tijd van Maleachi was dat zeker nog niet het geval. Gods tijd is de juiste tijd!
Door Bram van der Horst