Job en zijn vrienden
Als nu de drie vrienden van Job gehoord hadden al dit kwaad, dat over hem gekomen was, kwamen zij om hem te beklagen om hem te vertroosten.
— Job 2:11
Wat is het fijn om in nood, verdriet, pijn, moeite en rouw, vrienden te hebben, die met je meeleven. Heb jij die ook? Dan moet je daar zuinig op zijn. Er is zelfs een spreekwoord, dat zegt: 'In de nood leer je je vrienden kennen'. Dan weet je pas wat echte vrienden zijn. De verloren zoon had ook veel vrienden en vriendinnen... zolang hij geld had. Daarna was het afgelopen. Aan zulke vrienden heb je niets. Voor wie ben jij een vriend of vriendin? Na enkele maanden komen de vrienden van Job: Elifaz, Bildad en Zofar; zij zouden Job beklagen en vertroosten. Maar op het eerste gezicht ziet Job er zo vreselijk uit, dat ze hem niet dadelijk herkennen. Als teken van rouw, scheuren zij hun mantels en strooien stof naar de hemel. Ze maken God hun verdriet bekend. Maar de eerste zeven dagen kunnen ze geen woord uitbrengen, zo groot was de smart. Spreken kan soms pijn doen, woorden van mensen kunnen leeg overkomen, maar zeven dagen zwijgen moet de smart van Job bijzonder verzwaard hebben. En daarna? Zij doen hun mond open om Job te beschuldigen. Job, jij bent zelf de oorzaak van dit lijden. God straft de zonde, dat is hun vaste overtuiging. Het is waar dat God de zonde niet door de vingers ziet, maar Job had geen speciale zonde gedaan, waarvoor de HEERE hem nu straft. Hij kon het hartelijk zeggen:
Beproef vrij van omhoog
mijn hart, dat voor Uw oog,
Alwetende, steeds open lag.
Weet de Heere ook wat op de bodem van jouw hart ligt?
JouwKompas is een initiatief van
omsionswil.nl